Werkverbond

1.04-adam&eva-spijt

God maakte een afspraak met Adam en Eva (Gen. 2). Wanneer zij zich zouden houden aan deze afspraak zouden zij blijven leven. Echter, de slang verleidde Adam en Eva en zij werden uit het paradijs verdreven en zouden uiteindelijk sterven (Gen. 3).

Deze afspraak wordt in de reformatorische theologie "werkverbond" genoemd. Ook al komen wij dat woord niet tegen in de Bijbel, kunnen wij ons er wel iets bij voorstellen. Aan deze afspraak of dit werkverbond was geen "teken" gekoppeld zoals we dit later wel bij de andere verbonden tegenkomen. Adam wordt gezien als het hoofd van dit werkverbond en daarmee vertegenwoordigde hij het hele menselijk geslacht (Rom. 5).

  • Onderwerp van deze afspraak: Alle mensen
  • Teken van deze afspraak: Geen (de boom van de kennis van goed en kwaad?)

Genesis 2: 16  En de HEERE God gebood de mens: Van alle bomen van de hof mag u vrij eten, 17  maar van de boom van de kennis van goed en kwaad, daarvan mag u niet eten, want op de dag dat u daarvan eet, zult u zeker sterven.

Genesis 3: 1  De slang nu was de listigste onder alle dieren van het veld, die de HEERE God gemaakt had; en hij zei tegen de vrouw: Is het echt zo dat God gezegd heeft: U mag niet eten van alle bomen in de hof? 2  En de vrouw zei tegen de slang: Van de vrucht van de bomen in de hof mogen wij eten, 3  maar van de vrucht van de boom die in het midden van de hof staat, heeft God gezegd: U mag daarvan niet eten en hem niet aanraken, anders sterft u. 4  Toen zei de slang tegen de vrouw: U zult zeker niet sterven. 5  Maar God weet dat, op de dag dat u daarvan eet, uw ogen geopend zullen worden en [dat] u als God zult zijn, goed en kwaad kennend. 6  En de vrouw zag dat die boom goed was om ervan te eten en dat hij een lust was voor het oog, ja, een boom die begerenswaardig was om er verstandig door te worden; en zij nam van zijn vrucht en at; en zij gaf ook [wat] aan haar man, die bij haar was, en hij at [ervan]. 7  Toen werden de ogen van beiden geopend en zij merkten dat zij naakt waren. Zij vlochten vijgenbladeren samen en maakten voor zichzelf schorten.

Romeinen 5: 12  Daarom, zoals door één mens de zonde in de wereld is gekomen, en door de zonde de dood, en zo de dood over alle mensen is gekomen, in wie allen gezondigd hebben. 13  Want totdat de wet [er kwam], was er [wel] zonde in de wereld. Zonde wordt echter niet toegerekend als er geen wet is. 14  Toch heeft de dood geregeerd van Adam tot Mozes toe, ook over hen die niet gezondigd hadden met eenzelfde overtreding als Adam, die een voorbeeld is van Hem Die komen zou.

 

Reacties zijn gesloten.